Openingstoespraak academische zitting met installatie van de leerstoel 'politiewetenschappen: politie en samenleving'
4 oktober 2004
Zaterdag 4 oktober 2004
Provinciehuis van Noord-Brabant
Spreker: professor dr. Anton M.C. van der Geld, hoogleraar-president BeNeLux-Universitair Centrum
Excellenties, Monseigneur, Provinciaal Gedeputeerde Hoes, Professoren, Dames en Heren,
Graag heet ik u allen van harte welkom in dit mooie Provinciehuis van Noord-Brabant, gelegen op de lange grens van Nederland en België. Wij zijn het Provinciebestuur bijzonder erkentelijk voor de ontvangst hier van ons allen, afkomstig uit de Benelux.Provinciaal gedeputeerde Onno Hoes, die namens de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant de openingsrede zal houden, is dit jaar wederom onze uiteindelijke gastheer.
Het programma dat ons te wachten staat, valt in twee gedeelten uiteen. Allereerst de installatie van de Leerstoel ‘Politiewetenschappen: politie en samenleving’ door mr. F. Korthals Altes, minister van Staat en oud-minister van Justitie, en de speeches door de bijzondere titularissen ofwel geassocieerde hoogleraren, prof. dr. W. Bruggeman, voormalig plaatsvervangende directeur van Europol, en mr. J. Wiarda, hoofdcommissaris van Politie en voorzitter Taskforce European Chiefs of PoliceDaarna de openbare presentatie van masterthesissen en scripties van de kandidaten-laureaten van de postgraduate-opleiding voor professionals.
Dit alles zal ook een culturele en musicale dimensie krijgen door de musicale intermezzo’s o.l.v. Joost van den Akker.
In de afgelopen jaren heb ik vanuit de toegepaste menswetenschappen ook veel aandacht proberen te geven aan een belangrijke aspect van het maatschappelijke bestel, veiligheid, criminaliteit, rechtsbescherming en rechtshandhaving. De leerstoel ‘Politiewetenschappen’ en de leergang ‘Opsporing’ moge daarvan een concretisering zijn.
Welnu, vanaf deze plaats een kort woord ter inleiding daarop:
Het werk van de politie als een scheidsrechter op het speelveld van de samenleving.De politie zit midden in een veranderende samenleving. Het werk van de politie komt tot stand in de interactie tussen politie en burger. Het is te beschouwen als een vorm van dienstverlening. Het is geen product, waarop economen en boekhouders kunnen worden losgelaten om het te meten en te bepalen. De fatale gevolgen van een dergelijke benadering worden overigens op veel plaatsen in de Nederlandse gezondheidszorg steeds meer zichtbaar!
Bij het werk van de politie gaat het, enerzijds om te fungeren als een uitvoeringsinstantie van de wettelijke functie van de overheid en anderzijds om een stand-by functie voor de burgers in de samenleving op het brede menselijke terrein. Het moet bij het werk van de politie om gaan om het goede in de samenleving te bevorderen (preventie) en het kwade in de samenleving te bestrijden (repressie). Ik vergelijk dan ook graag de politiefunctionaris met een scheidsrechter. Zoals de scheidsrechter bij voetbal, zit hij niet op de tribune of staat hij niet achter het doel, maar loopt hij op het speelveld tussen de voetballers in, om waar te nemen, te onderhandelen, bij te sturen, zo nodig op te tref\den en zelfs te straffen. En dit alles om een soepel-lopende en mooie match mogelijk te maken, waarbij iedereen zich goed kan voelen.
Welnu, de politiefunctionaris heeft een soortgelijke functie en positie in de sterk veranderende samenleving van nu. het gaat om het managen van de samenleving en de leden ervan op het gebied van veiligheid en rechtvaardigheid. Dit vormt toch de basis voor de humaniteit. Daarom moet de politie voor iedereen in de samenleving rechtsbescherming en rechtshandhaving verwezenlijken.
Dit vergt nu en in de toekomst aanpassingen in de opleiding van de politie. Naast de opleiding in de juridische en technische denktrant, zal een grotere plaats ingeruimd moeten worden voor opleiding in de toegepaste menswetenschappen. Mensenkennis en communicatie vormen daarbij een tweetal sleutelwoorden. Zij steunen enerzijds op intuïtie, maar kunnen en moeten anderzijds uitgebouwd worden door opleiding en training. Uit mijn eigen ervaring met de opleiding van politiefunctionarissen in de afgelopen 10 jaar in Nederland en België, blijkt dat praktische kennis en vaardigheden bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, afwijkingen, interactie en aanpak van mensen en problemen een duidelijke aanvulling behoeven.
Bij de gemiddelde politiefunctionaris die ik in de afgelopen jaren in de opleiding heb leren kennen, valt mij vooral op zijn/haar positieve inzet, leerbereidheid, volharding en een zekere eigenwijsheid. Dit alles hangt uiteraard samen met beroepshouding, en mijn ervaring is dat bijvoorbeeld die zekere eigenwijsheid positief beschouwd kan en moet worden. Het is een uitdaging om samen zodanig theoretische en praktische inzichten van alle kanten te bekijken, te bevragen ook vanuit een zekere antithese, zodat je na ruime discussie en uitzuivering tot de kern komt.